Stap 1: het vooronderzoek
In de eerste stap worden zoveel mogelijk gegevens verzameld ten aanzien van onder meer de opbouw van de vloer, de toegepaste materialen, de aansluitingen en doorvoeren, voegvullingen en het gebruik van de vloer en de optredende belastingen.
Stap 2: de inspectie
Op de website van Rijkswaterstaat Leefomgeving vindt u de namen van door de overheid erkende inspectiebureaus ('inspectie-instellingen bodembeschermende voorzieningen').
U kunt een inspectiebureau vragen om offerte (of meerdere om de prijzen te vergelijken).
De uit te voeren werkzaamheden bestaan uit:
a. (aanvullend) documenten onderzoek over de vloer (zoals bestektekeningen)
b. inspectie van de huidige vloer
Stap 3: het nader onderzoek
De derde stap in de beoordelingsprocedure is een eventueel nader onderzoek van de vloeistofdichtheid. Dit gebeurt alleen in geval van twijfel en indien dit strikt noodzakelijk wordt gevonden. Aanleiding voor een nader onderzoek is er om bijvoorbeeld de scheurdiepte te meten of om op die plekken, waar zichtbaar regelmatig met vloeistoffen wordt gemorst, de werkelijke indringdiepte in het vloersysteem te bepalen.
Stap 4: rapportage
De onafhankelijke deskundige stelt een schriftelijk rapport op. Per onderdeel zal alleen worden aangegeven waar aanpassingen noodzakelijk zijn. In het rapport wordt aangegeven indien de vloer vloeistofdicht is bevonden. Met dit rapport wordt voldaan aan de wettelijke eis om de vloeistofdichtheid van de vloer aan te tonen.
Stap 5: de eventuele reparatie
Als uit het inspectierapport blijkt dat een reparatie moet worden uitgevoerd dan adviseren wij u ten minste twee offertes op te vragen. Na reparatie is opnieuw een beoordeling noodzakelijk.
Nieuwe inspectie na 6 jaar
Wanneer de vloer vloeistofdicht is bevonden of wanneer de in de rapportage genoemde herstelwerkzaamheden c.q. aanpassingen zijn uitgevoerd conform het advies dan worden de voorzieningen als vloeistofdicht aangemerkt en wordt een rapport met daarin een Verklaring Vloeistofdichte Voorziening (VVV) afgegeven waarmee u aantoont dat de vloer op moment van het opstellen van het rapport vloeistofdicht is.
Herstel binnen 6 jaar
Als er binnen de reguliere inspectieperiode van zes jaar reden is tot herstel, heeft de ondernemer de keuze tussen het laten herstellen van de vloer door een erkende aannemer of het laten herstellen van de vloer door een niet-erkende aannemer. In het eerste geval wordt er een Bewijs Herstel Onder Certificaat (BHOC) op grond van BRL 7700 afgegeven waarmee kan worden aangetoond dat de vloer vloeistofdicht is hersteld. Het is echter niet verplicht om het herstel door een erkende aannemer te doen plaatsvinden. Ook hoeft er geen inspectie aansluitend op het herstel plaats te vinden voordat de termijn van 6 jaar sinds de vorige inspectie verstreken is.