Bodembeschermende voorziening is als volgt in het Activiteitenbesluit gedefinieerd: een vloeistofkerende voorziening, een vloeistofdichte vloer of verharding of een andere doelmatige fysieke voorziening, ter voorkoming van immissies in de bodem.
Het begrip “bodembeschermende voorziening” is derhalve een containerbegrip waaronder alle voorzieningen vallen die zijn getroffen ter bescherming van de bodem.
Uitgangspunt van het Activiteitenbesluit is dat bodembeschermende voorzieningen en bodembeschermende maatregelen moeten worden getroffen waarmee het risico op bodemverontreiniging verwaarloosbaar is gemaakt. In een aantal gevallen is expliciet bepaald dat een activiteit boven een vloeistofdichte vloer of verharding moet plaatsvinden. In dat geval heeft de ondernemer geen keuze en zal een dergelijke voorziening gerealiseerd moeten worden. Voor de meeste activiteiten is echter bepaald dat deze boven een bodembeschermende voorziening moeten worden uitgevoerd. In dat geval is het aan de ondernemer over gelaten om te bepalen welke voorzieningen hij treft. Dat kan zijn een vloeistofdichte vloer of verharding maar ook een vloeistofkerende vloer kan in dat geval toelaatbaar zijn. In alle gevallen geldt echter dat de combinatie van voorzieningen en maatregelen moet leiden tot een verwaarloosbaar bodemrisico.