Het uitgangspunt in het Activiteitenbesluit of de milieu- of omgevingsvergunning is dat er een verwaarloosbaar bodemrisico moet zijn. Dit is een doelvoorschrift en wil zeggen dat bedrijven moeten voorkomen dat er bodemverontreiniging ontstaat.
Daarbij kan de ondernemer zijn eigen verantwoordelijkheid nemen voor wat betreft het kiezen van bodembeschermende voorzieningen en maatregelen: het gaat dan om de keuze van vloeistofdichte of vloeistofkerende voorzieningen in combinatie met incidentenmanagement (ook wel beheermaatregelen genoemd).
In de wegwijzer wordt uitgelegd voor welke bodembedreigende activiteit welke bodembeschermende maatregelen en voorzieningen moeten worden getroffen. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om een vloeistofdichte vloer met inspectie of een vloeistofkerende vloer met incidentenmanagement. Ook wordt beschreven welke maatregelen u, naast de vloer, nog dient te nemen. Voor ondergrondse tanks bijvoorbeeld het jaarlijks controleren van de kathodische bescherming.